donderdag 17 januari 2013

Tactiek

De Open Leuven ligt al een paar maandjes achter ons maar op deze blog hebben we het er nog niet over gehad dus hoogtijd om dit eens te doen. Op schaakfabriek kloeg een zekere Gert over een gebrek aan spektakel op de topborden maar als hij iets verder had gekeken dan de eerste 5 borden dan had hij toch enkele leuke partijen kunnen opmerken. Zelf speelde ik in de 4de ronde een spannend potje tegen Linton Donovan. In ronde 3 was ik op remise gehouden door de talentvolle Jonas Van Cappellen die onlangs in Bethune een knalprestatie neerzette (zie einduitslag ) waardoor ik mijzelf verplicht voelde om in ronde 4 voluit te gaan met wit om de connectie met de top te behouden. 

Net zoals in onze vorige onderlinge partij van 2005 koos Linton opnieuw voor de Franse Armeense variant dus Winawer met La5. In de beperkte voorbereidingstijd ('s ochtends) had ik echter vooral gekeken naar zijn 2de systeem (een Siciliaanse nevenvariant) omdat ik er weinig tot niets van kende en ik een sterk vermoeden had dat Linton zou variëren. Dit bleek een foute inschatting waardoor ik het moest doen met slechts 15 minuten opfrissen van enkele variantjes. Desondanks viel op het bord alles reuze mee daar ik alles kon gebruiken wat ik in die 15 minuten had bekeken. Op zet 17 introduceerde ik mijn (voorbereid) nieuwtje. Omdat ik al eerder met dit soort hypersnel voorbereide nieuwtjes tegen de lamp ben gelopen, spendeerde ik erg veel tijd om het effectief te spelen. Deze keer was er geen serieuze kink in de kabel en enkele zetten  later (op zet 21) , na opnieuw heel wat tijd te hebben verbruikt, kwam het kritieke moment in de partij. Ik laat de lezer de partij verder volgen hieronder.
Je mag dus gerust spreken van een gemiste kans. Ik spendeerde de helft van mijn resterende bedenktijd (de helft van 30 minuten) aan de winnende combinatie om het uiteindelijk niet te spelen daar ik in 1 variant niet helemaal zeker was. In een positie waar je niet over alternatieven beschikt, twijfel je uiteraard niet om de combinatie te spelen maar andersom is het veel moeilijker om het risico te nemen. Het is niet de eerste keer dat mij zoiets overkomt. Ik herinner mij zo het slot van mijn partij tegen Wim Maes in de Belgische interclub 2009 waar ik opnieuw afzag van de winnende combinatie alhoewel ik alles had gezien, behalve de gepointeerde slotzet.
Ook hier kostte mijn aversie voor risico's een half punt. Op zulke momenten vraag je jezelf af wat je kan doen om dit te vermijden in de toekomst. Simpele tactische oefeningen oplossen volstaan uiteraard niet. Van Dvoretsky is geweten dat hij zijn studenten (aspirant grootmeesters) zeer complexe tactische oefeningen voorlegt. Dvoretskys boeken School Chess Excellence Tactical Play en Secrets Tactics Batsford kunnen misschien van pas komen alhoewel ik vernomen heb van grootmeesters dat ze erg moeilijk te lezen zijn.

Anderzijds zijn er ook stellingen die je ondanks de beste tactische vaardigheden niet compleet kunt oplossen. Garry Kasparov, 1 van de beste tacticussen gaf zelf aan in Garry Kasparov Modern Chess Part 4 dat zijn geniale 2de partij in het wereldkampioenschap 1990 tegen Anatoly Karpov, gebaseerd was grotendeels op intuïtie en niet op een compleet overzicht van de tactische mogelijkheden. Zie hieronder voor een fragment.
Ik vraag mij af hoe je zulke intuïtie kunt aanleren of dat het gewoon kwestie is van iets meer te durven. Iedereen kan materiaal offeren maar niet iedereen kan de gevolgen goed aanvoelen. Ik geloof wel dat een van nature aanvalsspeler, het gemakkelijker heeft om een correctere beslissing te nemen. Men zegt dat tactiek 99% is in het schaken dus is het noodzakelijk dat we als ambitieuze speler er geregeld eens bij stilstaan.

Brabo

8 opmerkingen:

  1. Bedankt voor de mooie analyse, Brabo!
    De varianten die je laat zien zijn echt de moeite waard om na te spelen.

    Het is allemaal behoorlijk complex en dan ook niet te verwonderen dat je niet alles hebt kunt zien. Maar uit de analyse na onze partij bleek al snel dat je berekeningen en inschattingen correct waren. Daarom dat ik niet kan begrijpen waarom je de (achteraf bekeken) winnende variant niet gespeeld hebt, enkel en alleen omdat je de laatste pointe (nog) niet zag.

    Zelf heb ik veel minder (ver) gezien dan jij. Ik speel meer op intuïtie (een beetje kunnen rekenen en wat gezond verstand moet je altijd wel hebben in het schaken). Had ik 21.Te2 kunnen spelen en gezien dat er minstens een interessante partij ging uitvloeien waarbij vooral zwart nog alles te bewijzen had, dan was ze op het bord gekomen.

    Het is onmogelijk voor quasi elke schakende Belg om alles uitgerekend te krijgen (vraag maar aan Frederic Verduyn). Daarbij, we zijn toch amateurs en hebben weinig te verliezen. Als je de kans krijgt om leuke varianten op het bord te krijgen die een zeer grote kans op slagen hebben, dan mag je die gewoon niet laten liggen.
    Er stond ook niet zo veel op het spel (geen toernooiwinst of zo), en het was niet eens voor elo. Het is volgens mij dan ook niet echt een kwestie van een gebrek aan lef, maar eerder gelegen aan de ingesteldheid waarmee je aan het bord komt. We zijn geen computers, dus de perfecte partij spelen is en blijft een utopie...

    Succes verder met je mooie blog.
    Keep up the good work!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De uitgebreide analyses zijn uiteraard niet meer in verhouding met de relevantie van de partij (bovendien toon ik enkel de conclusies dus er was veel meer dan wat je hier kan naspelen). Dat gebeurt wel vaker. Enerzijds probeerde ik de variant te rehabiliteren voor wit(wat dus mislukte) anderzijds heb ik zoveel plezier in het uitspitten van de details dat ik soms de tijd vergeet.

    Misschien is het niet spelen van de winnende zet inderdaad verbonden met ingesteldheid. Een mentale coach heb ik niet om mij hiermee te helpen maar misschien helpt het vooraf beluisteren van bepaalde muziek wel. Iemand ervaring hiermee en met welke muziek?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Boeiend onderwerp alweer Brabo!

    Tactiek is één van de moeilijkste aspecten in het schaken. Positioneel spel, algemene regels volgen lijkt me een stuk makkelijker om te begrijpen en eventueel toe te passen.
    Maar nauwkeurig kunnen rekenen, intuïtie krijgen voor bepaalde zetten en bovenal gewoon durven spelen zijn allemaal factoren die het een stuk moeilijker maken. Bovendien zijn zelfs vele spelers na positionele troeven gemastered te hebben schuw van tactiek. (Vaak gaat dit gepaard met anti-positionele zetten of het toelaten van enorm lelijke pionnenstructuren). Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand zijn tactiek onderdrukt omwille van de aard van de tactiek.

    Mooie varianten zien is één ding, maar alle nuances, tegenzetten en timide zetten in rekening brengen maken telkens een zware opdracht voor diegene die de beslissing moet maken.

    Bovendien mogen we factor tijd zeker niet uit het oog verliezen. Is het vaak de moeite om elke variant tot op het bot te berekenen? Wat is de benefit hiervan? Allerlei factoren die moeilijk zijn om te leren. Vaak brengt ervaring hierin raad denk ik.

    Zoals Linton al aangeeft is vaak het gevoel volgen beter dan geheel te vertrouwen op je gehele rekenencapaciteit. Ik probeer altijd een inschatting te maken wat de eventuele kansen zijn dat een variant kan slagen en de risico's er aan verbonden. Als blijkt dat een variant gewoon te complex is maar toch enorm kansrijk is door de vele varianten die je ziet dan lijkt me dat geen slechte keuze.(zolang er voordeel aan verbonden hangt :))
    Op voorwaarde dat jijzelf geen weerlegging gezien hebt in je variant. Want zodra er 1 variant is die je het knap lastig kan maken begin ik alvast te prunen in mijn zoekboom :-)

    Over je vraag betreffend muziek.
    Ik heb niet bepaald een "powersong" die me extra krachten geeft tijdens de partij. Maar gewoon ontspannen met eender wat lijkt me vaak een belangrijk stuk van de 'voorbereiding'. Soms is dit muziek voor mij, soms iets compleet anders. Voor iedereen is dit anders.

    What Linton said: Keep up the good work!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik geloof ook niet in muziek als power-up tool. En ik sluit me aan bij voorgaande commentaar: misschien moet je meer op je gevoel durven voortgaan, zonder alles te willen uitrekenen. Over het algemeen biedt een goede stelling geen tegenkansen als je zelf niets geks doet.
    En vooral iets durven in tornooien waar er niets op het spel staat. Zo probeerde ik in het open van Knokke afgelopen zomer voor het eerst een riskante opening uit - ik verloor, maar die ervaring heeft me flink geholpen, toen in in IC dezelfde variant op het bord kreeg en mooi remise maakte.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik mis in deze discussie het element van risicomanagement. Je ziet 42.Le2, maar bent niet helemaal zeker. Dan moet je twee dingen doen (en daar zijn een goede conditie, een opperste concentratie en een grote mentale discipline voor vereist, zo weet ik uit eigen ervaring).
    Eerst reken je de veilige remisevariant uit. Bovendien schat je hoeveel tijd je nodig hebt om die remisevariant uit te spelen; quasi-vluggeren dus.
    Dan identificeer je de kritieke variant van de al dan niet winnende zet (42.Le4 dus), verzekert jezelf ervan dat die variant de optimale zetten bevat (dat kan vrij snel) en probeert de slotstelling van die variant zo goed mogelijk te visualiseren. Dat laatste aspect van schaakrekenen is moeilijker naarmate de variant langer is, zo wijst elk onderzoek uit. De meeste schakers, inclusief ikzelf, komen tot een zet of 6; 49.Lc2 ligt achter die horizon.
    Op die stelling concentreer je je en daar besteed je het overgrote deel van je tijd aan. Daarmee vergroot je de kans dat je de sleutelzet inderdaad ziet. Wees echter op je hoede; het is me ook overkomen dat ik meende een "oplossing" te hebben gezien, die in blijdschap meteen speelde en vervolgens roemloos verloor.
    De enige psychische voorbereiding die werkt is zorgen dat je hersens goed zijn uitgerust en dat je conditie optimaal is. Qua training raad ik aan om partijen en analyses op een regelmatige basis zonder bord, dus slechts in je hoofd na te spelen en wel zo diep mogelijk. Nog rigoureuzer is af en toe een partijtje blindschaken.
    Want ik veronderstel dat jij net als ik met de stelling na 48...Lxa2 voor je neus op het bord geen enkel probleem zou hebben om 49.Lc2 te vinden. Dat betekent dat visualisering het probleem is en dat je daar aan moet werken bij langere varianten.
    Voor wat betreft de K-K partij en intuïtie: dat geloof ik niet zo erg. Kasparov liep veel minder risico; zat zijn intuïtie er naast dan was hij absoluut niet verloren na 30...Dxe8 en dat wist hij ongetwijfeld. Zijn intuïtie zal meer te maken hebben gehad met stellingsbeoordeling, zo van "dit moet goed zijn voor mij om die en die redenen en als ik er naast zit is er nog niks aan de hand". Rudolf Spielmann wees er al op dat in zulke gevallen dieper rekenen een verspilling van tijd en energie is.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Blindschaken werd op de oude Russische Botvinnikschool sterk afgeraden. Echter ik besef ook dat vandaag veel van die oude regeltjes achterhaald zijn. Dus misschien is geregeld blindschaken wel een goed medicijn. De vraag die ik mij dan vervolgens stel is, waar kan je geregeld blindschaken? Ik veronderstel dat er in mijn schaakclub weinig of geen spelers interesse hiervoor hebben. Zelf speelde ik enkel blindschaak wanneer bord/ stukken niet voor handen waren.

    Uiteraard heeft tactiek ook heel veel te maken met risicomanagement. Wat de ene nog als een perfect aanvaardbaar risico acht, is voor de andere al veel te gevaarlijk. In de K-K partij was het risico erg klein voor Kasparov. Daarentegen in mijn partij tegen Wim Maes, kon een misberekening wel eens mij een punt kosten als achteraf zou blijken dat de a-pion doorloopt. De partij tegen Linton ligt ergens middenin betreffende risico's.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Ik heb het uiteraard niet over simultaansessies blindschaken. Eén partij per keer en pakweg één keer per week zou genoeg moeten zijn. Want inderdaad bestaat er het risico op overbelasting van de hersenen. Je zou een min of meer gelijkwaardige partner moeten zoeken die op dezelfde manier aan zijn/haar visualisatie wil werken.

    Voor wat het risico betreft moet je het wellicht zo bekijken. Stel je hebt 49.Lc2 niet tot je beschikking, maar (veronderstel ik) moet 49.Kxd2 spelen. Om je omstandigheden na te bootsen zit ik uit mijn hoofd te analyseren; het lijkt mij dat 49...Lb1 50.Kc3 a2 51.Kb2 er nog steeds goed uitziet. Had je dat gezien?
    Nu ik er - nog steeds uit mijn hoofd - nog een keer naar kijk valt me nog iets op. In de variant die jij speelde en tot remise speelde ging je koning naar h3. In de variant die je uitrekende, waarover je twijfelde, gaat je koning naar het centrum.
    Het kan soms helpen dergelijke vergelijkingen te maken tussen twee kritieke varianten.
    Maar nogmaals, om dergelijke overwegingen tijdens een partij te maken is een grote mentale discipline nodig.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ik herinner mij niet meer precies wat ik wel en niet gezien heb in de partij tegen W. Maes. Ik kan mij wel voorstellen dat ik nog naar 49.Kxd2 gekeken heb maar het verworpen heb:
    - Na 49...Lb1 50.Kc3 a2 heb ik misschien niet beseft dat Kb2 nu mogelijk was (het befaamde restbeeld)
    - Na 49...Lb1 50.Kc3 a2 51.Kb2 had ik misschien schrik dat mijn koning vastgepind zou zijn en zwarts koning vrij spel zou hebben wat uiteraard een verkeerde evaluatie is van de stelling.

    Je mag ook niet vergeten dat je zowel met Dc1+ als Da1+ moet rekening houden. Daarnaast is Lh5+ in bepaalde varianten lastig. In mijn commentaar kan je bovendien lezen dat ik ook Dd2 gemist had na 42.Lf5 dus m.i. geen makkelijke denkoefening na 4 uren spelen zelfs al heb je veel tijd op de klok.

    BeantwoordenVerwijderen