woensdag 8 januari 2014

De valse waarheid

In de eerste jaren dat ik schaakte, was ik er rotsvast van overtuigd dat mijn analyses feilloos waren want ik gebruikte toen HW en SW die werd beschouwd als modern en erg sterk. Bovendien zoals aangegeven in mijn vorig blogartikeltje, spendeerde ik in deze beginperiode al heel wat tijd aan het analyseren dus veel meer in vergelijking met de modale amateurschaker. Herhalen van de analyses gebeurde uitsluitend om het memoriseren te helpen. Deze visie brokkelde langzaam af toen ik zelf nieuwe inzichten verwierf maar vooral toen grote HW en SW ontwikkelingen aantoonden dat vele oude analyses fouten bevatten. Zelfs in mijn correspondentieanalyses vond ik achteraf verbeteringen wat je o.a. kunt terugvinden in mijn blogartikeltje correspondentieschaak.

Uiteindelijk drong het tot mij door dat er een houdbaarheidsdatum bestaat voor mijn analyses en ik dus best stukjes op geregelde wijze nakeek en verving indien nodig. Het is trouwens ook de reden waarom ik in mijn vorig artikeltje enkel spreek over een objectief oordeel en nergens over een absoluut oordeel. Schaken is een erg complex spel en vaak is de waarheid achterhalen zelfs helemaal niet mogelijk. Wel is het zo dat hoe meer tijd je investeert in de analyses, hoe dichter je bij de waarheid kunt komen. Een bekende grap tussen correspondentiespelers is immers dat degene die laatst naar bed gaat, de partij wint.

Omdat we als amateurschakers veelal slechts over een fractie van de tijd beschikken die profschakers aan het schaken kunnen spenderen , wordt de voorbereiding vaak als middel gebruikt om te werken aan het repertoire. Ik heb in het verleden al enkele staaltjes hiervan getoond (zie bv. mijn partij tegen Inkiov die ik besprak in het blogartikeltje hoe winnen van een sterkere speler) maar ik wou toch nog even onderstaande knappe aanvalspartij tonen omdat de bekende Brugse FM Tom Piceu er een schoonheidsprijs mee won en in zijn analyses op de Nederlandse schaakbond schrijft dat hij het openingsidee 3 jaar eerder al had gevonden en vervolgens in partijvoorbereidingen verder had afgestoft en bijgeschaafd.
Het is trouwens niet de eerste keer dat Tom in de prijzen valt met een schoonheidsprijs wat ik eerder al in mijn blogartikeltje een hollands gambietje vermeldde. Toen was ik het schaap dat naar de slachtbank werd geleid.

De partijvoorbereidingen zijn dus voor meer schakers een goede motivatie om te analyseren maar als we echt serieus openingen willen studeren dan moet er ook nog op andere momenten worden gewerkt. In mijn blogartikeltje welke partijen analyseren heb ik al aangegeven dat ik ongeveer 80% van mijn analyses maak op mijn eigen partijen. Deze analyses synthetiseer ik en worden dan als de kans zich voordoet, gebruikt in nieuwe partijen. Ook hiervan heb ik al meerdere voorbeelden getoond op mijn blog (zie bv. Hollandse stappen in de Engelse opening). Echter deze keer wil ik aantonen via 2 partijen dat een nieuwe synthese soms een oude (deels) weerlegt en dus de waarheid af en toe wijzigt over een bepaalde stelling. De eerste partij dateert van 2012 tegen de jonge Bruggeling Wouter Gryson (een fragment hiervan werd al gebruikt in mijn blogartikeltje eindspelen met een kwaliteit meer) waarin ik een idee gebruikte dat ik ontdekte na mijn partij in 2006 tegen de Nederlander Henk Temminck.
Alhoewel ik mooi uit de opening kwam en uiteindelijk de partij won, kwam ik tot de vaststelling dat zwarts opening best ok was en dat ik beter 8.Pd5 kon proberen i.p.v. 8.Pa2 in een volgende partij. Laatstleden in de 1ste ronde van de Open van Leuven kreeg ik de kans om deze nieuwe waarheid te implementeren.
Ondanks de vlotte overwinning, moet ik opnieuw toegeven na de synthese dat zwart eigenlijk ok staat na 13...,d5 i.p.v. 13... Te7? Opnieuw verandert dus voor mij de waarheid en zal ik in een volgende ontmoeting met deze opening weer iets anders spelen.

Dit hoppen van de ene valse waarheid naar de andere, is ook iets waarmee sterke profspelers te maken krijgen. Zo gaf Anand toe in een fascinerende voordracht (waarvan ik het youtubefimpje al eerder had vermeld, zie schaakintuitie deel 2) dat ook hij af en toe totaal verschillende oordelen had over eenzelfde stelling in een tijdsbestek van slechts enkele jaren. Echter hij gaf tevens het hoopvolle bericht mee dat dit niet perse een probleem hoeft te zijn voor de praktische speler die gewoon voldoende vertrouwen wil hebben om een stelling te spelen.

In mijn blogartikeltje over tablebases gaf ik aan dat we enkel voor alle 7 stukken-eindspelen de oplossing kennen vandaag dus een fractie van alle mogelijke stellingen. Analyseren is dus een soort benaderingsmethode om de waarheid te achterhalen waardoor fouten onvermijdelijk zijn. Zelfs de allersterkste spelers maken fouten in hun analyses wat ik o.a. al aantoonde in mijn blogartikeltje de invloed van wks op openingen. Het is dus absoluut geen schande om een valse waarheid te geloven of te verkondigen zolang je open staat voor nieuwe inzichten.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten