maandag 27 januari 2014

De volgorde

Heel wat oudere spelers hebben het moeilijk om zich aan te passen aan de vele veranderingen die we de afgelopen 20 jaar in het schaken hebben gezien. Nieuwe reglementen werden gecreëerd met de regelmaat van de klok en de pijlsnelle ontwikkeling van elektronica hebben het spelletje in die mate gewijzigd dat sommigen afhaakten of het overwegen zoals aangegeven in een commentaar op mijn blog.

De impact op de openingen speelt in dit verhaal zonder twijfel een sleutelrol.  Vooreerst heeft de computer ons geleerd dat er veel meer type stellingen speelbaar zijn dan we oorspronkelijk hadden gedacht zoals ik al besproken heb in het blogartikeltje revolutie in het millennium. Daarnaast is ook hoe we ons voorbereiden op onze tegenstanders en welke openingen we kiezen drastisch beïnvloed. Aan dit aspect heb ik al een aantal blogartikels gewijd : de partijvoorbereidingeen uitgebreid zwartrepertoiregroene zetten,...  Tenslotte is schaakopeningen studeren in het bijzonder voor de prof/ sterkere amateur erg omvangrijk geworden.

Ik herinner mij nog toen ik startte met schaken dus in het pre-computertijdperk dat je met een beperkt aantal schaakboeken voldoende had om een repertoire op te bouwen. Zelf kocht ik in die eerste jaren 1 boek van elke grote opening die ik op het bord ontmoette: Spaans (wit/zwart), Siciliaans (wit), Hollands (zwart), Pirc (wit), Frans (wit), Caro-Cann (wit) en Aljechin (wit). Lezers die mijn blogartikel de wetenschappelijke aanpak gelezen hebben, zullen begrijpen dat het geen toeval is dat die openingen 20 jaar later nog steeds deel uitmaken van mijn repertoire. Voor een student met geen financiële ondersteuning van de ouders (iets wat ik al terloops had aangehaald in schaakcompositities) waren die aankopen niet evident.

Alhoewel die boeken zeker voldoende waren om te starten, realiseerde ik mij al vlug dat ze verouderden want openingstheorie verandert erg snel. Echter nieuwe dure boeken kopen zag ik niet zitten dus zocht ik naar alternatieven. Met het wegvallen van de muur kwamen in de jaren 90 spotgoedkope bekende schaakboeken uit het Oostblok via smokkelaars in West-Europa. Koffers vol nieuwe boeken die je tegen een fractie van de prijs in de lokale winkel kon verkrijgen, sleurden ze mee. Ondanks de erg twijfelachtige afkomst was het heel aanlokkelijk dus het was eerder mijn schroom dan mijn ethiek die mij weerhield om hen aan te spreken. Het is dan ook logisch dat ik koos om thuis zelf trachten mijn repertoire bij te schaven met behulp van de steeds sterker wordende schaakprogramma's i.p.v. externe hulp te gebruiken.

Enerzijds gebruik(te) ik openingsboeken gratis meegegeven bij schaakprogramma's of gecreëerd uit databases (zie groene zetten). Anderzijds maak(te) ik zelf heel wat openingsanalyses op basis van de eigen partijen. Aanvankelijk was ik vrij tevreden van de resultaten maar dit veranderde langzaam toen ik steeds vaker verrast werd in de opening met nieuwe systemen. Nu door vaker in het buitenland te spelen en tegen sterkere tegenstanders, mag je zoiets wel verwachten maar dit dekt niet de lading. Zoals o.a. beschreven in mijn artikeltje revolutie in het millennium is er in het laatste decennium een explosie geweest van nieuwe systemen waardoor het simpelweg onmogelijk is geworden om zonder extra hulp (vooral als amateur) dit allemaal bij te houden. Het gaat zo hard dat mijn club en ploeggenoot Daniel Sadkowski (2300 elo) mij enkele jaren geleden al vertelde dat hij zijn niveau niet meer kon vasthouden indien hij bleef zijn openingen spelen/ studeren zoals voorheen.

Zelf lig ik er niet wakker van want vandaag liggen mijn prioriteiten elders (slechts 11 partijen voor fide en 13 partijen voor Belgische rating staan dit kalenderjaar op het programma) maar mocht dit ooit veranderen dan zou ik wel weten waar hulp kan worden gevonden. Een of zelfs meerdere coaches zoeken, kan ik zeker aanbevelen maar met een beperkter budget kan je via zelf-training ook al heel veel bereiken. Vandaag is er heel wat uitstekend materiaal beschikbaar zowel in boekvorm of online (zie bv. de excellente site: chesspublishing.com).  Je krijgt hiermee toegang tot analyses van talloze grootmeesters. Ik durf zelfs een stap verder te gaan door te stellen dat je als ambitieuze speler best alles leest over de openingen die je zelf speelt. Deze les werd ook aan Magnus Carlsen in 2010 op hardhandige wijze aangeleerd. Luke Mc Shane koos in 2010 een variant uit het boek Grandmaster repertoire volume 5 van Michael Marin waarvan de nummer 1 niet op de hoogte was. Luke scoorde er een sensationele overwinning mee.

Nu zelfs al heb je voldoende tijd om alles te lezen dan nog vermoed ik dat slechts een minderheid in staat is om effectief alles te kunnen aankopen. Het helpt uiteraard als je een Britse topgrootmeester bent zoals Michael Adams en je krijgt geregeld boeken toegestuurd om te reviewen zoals terloops werd vermeld op Quality Chess. Voor de minder gegoeden blijft er veelal niets over dan illegaal te downloaden van het internet. Ik begrijp dat een speler niet wilt dat zijn ambities beknot worden door geldgebrek maar goedkeuren doe ik het zeker niet want het blijft diefstal.

Zoveel mogelijk informatie verzamelen is 1 zaak maar je moet ook nog alles memoriseren. Meestal lukt bij mij het studeren van de zetten vrij goed maar ligt de moeilijkheid voornamelijk in het herinneren van de precieze volgorde. Vaak ken ik nog wel de zetten die ik moet spelen maar begin ik te twijfelen wat er nu weer eerst komt. Als ik wat ruimer de tijd heb/ neem voor dit studiewerk dan probeer ik ook altijd kapstokjes/ geheugensteuntjes in te bouwen om dit euvel weg te werken. Opnieuw kunnen schaakboeken hierin een belangrijke rol spelen tenminste als er naast analyses ook plaats gemaakt wordt voor proza. Zo leerde ik recent zelfs nog iets bij over een volgorde in een Spaanse opening die ik al bijna 2 decennia speel dankzij het boek Garry Kasparov on my Great Predecessors, Part 1 (dat ik dit boek zou lezen, had ik al aangekondigd in een commentaar op mijn artikeltje een morele overwinning).
Dat je van moeilijke zeldzame varianten de volgorde niet kunt onthouden is begrijpelijk maar ik kan mij voorstellen dat dit voor goed-ingeburgerde varianten (zoals hierboven) veel minder vanzelfsprekend is. Kasparovs commentaar over die specifieke zettenvolgorde lijkt dus eerder leuk om te weten maar niet echt bruikbaar. Desalniettemin toon ik hieronder 2 voorbeelden van openingen waarin spelers een flagrante fout maken in de zettenvolgorde in nochtans erg populaire systemen. Dit zijn geen fouten door een falend geheugen maar wel door te snel spelen dus een gebrek aan concentratie. Eerst geef ik een voorbeeldje uit mijn eigen bordpraktijk waar ik een compleet foute volgorde uit puur automatisme speel en met een gelukje de schade kan beperken.
Het 2de voorbeeld is mijn partij in de 4de ronde van Open Leuven. Mijn tegenstander is de jonge beloftevolle Belg Nicola Capone die een ronde eerder de Zweedse grootmeester Ralf Akesson had verslagen. Omdat hij een voorbereiding vreesde op zijn Italiaans (terecht wat ik hem achteraf ook toonde, zie partijcommentaren), koos hij om te experimenteren met een modieuze Spaanse variant. Echter bij het blitzen van de openingszetten mixte hij onbewust de volgorde dooreen waardoor ik onmiddellijk prettig uit de opening kwam met zwart.
Het zou te kort door de bocht zijn door te stellen dat hij de nederlaag leed enkel door de foute zettenvolgorde. Echter evenmin kunnen we beweren dat er helemaal geen invloed was. Belangrijker is om te kijken wat we kunnen doen om zoiets te vermijden. De praktijk is uiteraard een goede leerschool want na mijn verwittiging tegen Eric Aerts heb ik nooit meer de fout gemaakt want ik keek altijd wel uit om eerst c6 te spelen vooraleer ik Le7 zou spelen. Nu beter is om de fout nooit te maken en dan is het zeker een pluspunt om te weten waarom elke zet net dan wordt gespeeld. Trouwens sterke spelers stellen deze vraag voortdurend waardoor ze soms met vreemde kronkels trachten hun tegenstander te verschalken wat onlangs nog werd getoond door de winnaar in Wijk aan Zee: Aronian in zijn partij tegen de Filipijnse topgrootmeester Wesley So.
Als je niet over deze soms goed verborgen informatie beschikt dan ben je dus extra kwetsbaar . Enkele extra seconden nadenken over elke zet lijkt mij in zulk scenario geen zinloze investering om alvast de vingerfouten te reduceren.

Brabo

Addendum 8 Februari 2014:
Op Chessbase werd recent een opmerkelijke anekdote van een zetverwisseling aan het licht gebracht: http://en.chessbase.com/post/huffington-chess-triumphs-and-blunders

1 opmerking:

  1. "Als je niet over deze soms goed verborgen informatie beschikt dan ben je dus extra kwetsbaar."
    Dat is altijd zo geweest. Hoe vaak ik mijn tegenstanders niet een hak heb gezet door een slimme zettenvolgorde. Het meest primitieve voorbeeld is 1.d4 Pf6 2.Pc3 tegen een liefhebber van het Konings-Indisch. Een heel rijtje antwoordde op de automatische piloot met 2...g6 of 2..d6 terwijl ze geen ervaring hadden met de Pirc en co. Uiteraard werkt dat per tegenstander maar eenmaal.

    "Enkele extra seconden nadenken over elke zet"
    is dus typisch wat ze niet deden.

    BeantwoordenVerwijderen